Tuesday 5 June 2012

Architectuur in 8 Praktische Richtlijnen

Een groeiend aantal mensen in de ICT draagt de titel ‘architect’. Deze architecten kunnen beschikken over bibliotheken vol vakliteratuur, zowel over de inhoud als het proces van hun werk. Ze kunnen bovendien kiezen uit talloze frameworks, van Zachman tot DYA tot TOGAF. Als je deze frameworks goed bestudeert zien je daarin vier aspecten van architectuur nagenoeg overal terugkomen:

  • Business requirements vormen het uitgangspunt;
  • Het framework is een middel en nooit een doel op zich;
  • Hetzelfde framework moet door alle betrokkenen op eenzelfde wijze worden gebruikt;
  • Een framework hoeft niet per se direct en volledig te worden ingevuld: je kunt met een paar onderdelen beginnen en die eventueel uitbreiden met andere elementen.

Deze praktische aspecten van architectuur lijken daarmee de belangrijkste succesfactoren van het vakgebied. Ze blijken zelfs veel belangrijker dan willekeurig welk inhoudelijk of procesmatig aspect van welk architectuur-framework dan ook.

Vier aspecten, vier klassieke valkuilen 

We weten dat de toepassing van architectuur-frameworks in –grotere- organisaties vaak slechts beperkt succesvol is. De redenen daarvoor lijken vaak direct gerelateerd aan de genoemde aspecten. We belichten ze nader:

Business requirements

In de praktijk gebeurt het vaak dat de toepassing van een architectuur-framework zich beperkt tot een ICT-afdeling, of zelfs maar een deel daarvan. Business-requirements en business-processen, en niet ICT-requirements, vormen echter het uitgangspunt van het framework. Een architectuurproces dat dus op deze beperkte wijze en niet volgens business-requirements wordt toegepast mist een wezenlijk uitgangspunt van het werken onder architectuur.

Hetzelfde probleem ontstaat wanneer verschillende bedrijfsonderdelen verschillende frameworks hanteren. Architectuur-frameworks zijn in het algemeen ontwikkeld om binnen de gehele organisatie te worden toegepast, dus binnen alle onderdelen van die organisatie. Een framework kan daarom alleen volledig succesvol zijn indien het binnen de organisatie als geheel wordt toegepast. In werkelijkheid hanteren verschillende bedrijfsonderdelen zelden hetzelfde framework. Bedrijfsonderdelen werken vaak met hun eigen leveranciers en die hebben allemaal hun eigen voorkeuren. In sommige gevallen hanteren bedrijfsonderdelen zelfs helemaal geen framework.

Je kunt je eenvoudig voorstellen dat deze realiteit de mate waarin de toepassing van een framework succesvol kan zijn in hoge mate beperkt.

Architectuur als doel op zich

Een andere valkuil is dat architecten zich soms onvoldoende verplaatsen in de realiteit van een organisatie. Vaak worden vanuit architectuurvoorschriften opgesteld die niet uitvoerbaar zijn, omdat ze geen rekening houden met beschikbare tijd, beschikbare resources of met onvoorziene details.

Het gevaar bestaat daarmee dat architectuur een bureaucratisch proces wordt dat bijvoorbeeld letterlijk de processtappen van een framework volgt. Het framework wordt gehanteerd als ‘stempelkaart’: voordat je een verandering mag doorvoeren moet je eerst een stempeltje halen. Op die wijze wordt een framework een ‘disabler’ voor veranderingen in plaats van een ‘enabler’.

Het werkelijke doel van de organisatie, en indirect dus ook dat van het gebruik van architectuur, is daarom nooit het volgen van een vastomlijnd proces of het opleveren van vastomlijnde artefacten. De werkelijke doelen zijn doelen als kostenverlaging, inspelen op veranderingen, marktaandeel vergroten. Kortom: de werkelijke doelen zijn business-doelen.

Eenduidige invulling

In de meeste grotere organisaties heerst de hardnekkige misvatting dat applicaties en ICT-infrastructuur los van elkaar bestuurd kunnen worden. Applicatie-ontwikkeling en pakketselectie vinden bijvoorbeeld veelal plaats dichtbij of binnen ‘de business’, terwijl hosting en telecommunicatie steevast zijn ondergebracht in een aparte ICT-afdeling.

Door deze tweedeling bestaat er vrijwel automatisch een heterogene invulling van architectuur, namelijk applicatie-architectuur enerzijds en infrastructuur-architectuur anderzijds.

Hierdoor ontstaat een gebrek aan afstemming tussen bedrijfsapplicaties enerzijds en de infrastructuur waarop deze applicaties moeten draaien anderzijds. Het gevolg is dat stabiliteit, beschikbaarheid, schaalbaarheid, wijzigbaarheid en beveiliging van de applicaties niet altijd kunnen voldoen aan de verwachtingen en eisen van ‘de business’.

We zien bijvoorbeeld dat steeds meer organisaties ervoor kiezen om infrastructuur onder te brengen in ‘de cloud’. Wanneer bestaande bedrijfsapplicaties echter zonder enige aanpassing worden verhuisd naar een cloud-infrastructuur, heeft dit gevolgen voor non-functionele eigenschappen zoals veiligheid, stabiliteit of beschikbaarheid van die applicaties. De aanpassingen die nodig zijn om een applicatie vanuit de cloud aan te bieden worden in veel gevallen niet uitgevoerd.

Volledige invulling

De vraag in hoeverre een framework bruikbaar is voor een organisatie, of voor een deel daarvan, is in hoge mate afhankelijk van de context. De volgende aspecten spelen een belangrijke rol:

  • Hoe gaat de organisatie om met requirements, functioneel ontwerp, pakketselectie, hosting en beheer van informatiesystemen?
  • Welke activiteiten in de waardeketen van informatiesystemen worden gecombineerd uitgevoerd, en welke gescheiden of in verschillende afdelingen?
  • Welke afdelingen maken gebruik van het framework en welke niet?
  • Op welke wijze werken de afdelingen die van het framework gebruikmaken?

Afhankelijk van de antwoorden op deze en vergelijkbare vragen is in nagenoeg alle gevallen slechts een deel van een framework toepasbaar. Een afdeling die zich bijvoorbeeld bezighoudt met  het beschrijven en ontwerpen van bedrijfsprocessen, zou zich niet bezig moeten houden met de onderdelen van het framework die bedoeld zijn voor het beschrijven van infrastructuur, en andersom.

Toch worden frameworks in de praktijk vaak in hun geheel toegepast. Ze worden niet aangepast aan de context van de organisatie of de afdeling. Het gevolg is dat ze hun doel voorbijschieten en dat ze bovendien een blok aan het been van de architect zijn.

Acht praktische richtlijnen

We zien dus dat ICT-architectuur vier cruciale valkuilen bevat waar architecten toch regelmatig instappen. Hoe kunnen we architectuur dan wel succesvol toepassen?

De volgende richtlijnen bieden een handreiking om architectuur succesvol toe te passen. Het zijn praktische richtlijnen die zijn gebaseerd op de ervaringen van i-to-i bij het toepassen van succesvolle architectuurprojecten bij onze klanten. Ze staan los van welk framework dan ook en daardoor in iedere situatie toepasbaar.

1. Context, context, context

Het allerbelangrijkste gereedschap in de koffer van de architect is het bewustzijn van de organisatorische context. Deze context blijkt in alle situaties belangrijker dan welk framework of proces dan ook. Een framework is een model, en moet daarom juist aan de unieke context en omgeving van de organisatie worden aangepast. Alleen dan kun je het succesvol maken. In de praktijk betekent dit dat je grote delen van een framework best terzijde kunt schuiven en alleen die onderdelen kunt toepassen die bijdragen aan de context van de organisatie.

Het belang van de context is terug te vinden in alle overige richtlijnen.

2. Wees bewust van het draagvlak

Vanzelfsprekend staan bij het invoeren van een architectuur-framework de business requirements centraal. Als architect zal je daarom bij de juiste mensen de juiste vragen moeten stellen om deze requirements boven water krijgen. Hierdoor krijg je een beeld van het kader waarin je je werkzaamheden gaat uitvoeren.

In veel gevallen wordt architectuur echter niet op enterprise- of business-niveau bedreven, maar bijvoorbeeld alleen binnen een ICT-afdeling. Dat maakt het onmogelijk om een framework te gebruiken dat uitgaat van enterprise- of business architectuur. Er zijn aanpassingen nodig om het framework succesvol te kunnen toepassen.

Het is dus voor een architect van wezenlijk belang om het draagvlak voor het werken onder architectuur te kennen. Is dat draagvlak er slechts gedeeltelijk, of wordt het niet door de hele organisatie gedragen, dan kan een framework enkel dienen als impliciet gereedschap. De architect moet in dat geval de vastomlijnde artefacten en processtappen alleen voor zijn eigen denkproces gebruiken. Als het draagvlak klein is, zullen expliciete verwijzingen naar een framework meestal een averechts effect hebben. Maar wanneer je de resultaten van een impliciet gebruikt framework zichtbaar kunt maken, kan dat eraan bijdragen dat je een groter draagvlak voor architectuur verkrijgt.

3. Vier domeinen, vier snijvlakken

We zien binnen de ICT grofweg vier snijvlakken tussen vier domeinen:

  1. Het snijvlak tussen het business-domein en het applicatiedomein;
  2. Het snijvlak tussen het applicatiedomein en het infrastructuurdomein;
  3. Het snijvlak tussen het infrastructuurdomein en het exploitatiedomein;
  4. Het snijvlak tussen het exploitatiedomein en het business-domein. 


Bij het business-domein worden impliciet of expliciet requirements geformuleerd.

Binnen het applicatiedomein vindt applicatie-ontwikkeling en/of pakketselectie plaats.

Het infrastructuurdomein houdt zich bezig met interne en externe hosting.

Het exploitatiedomein verzorgt het beheer van ICT oplossingen en heeft over het algemeen service level agreements met het business-domein.

In veel organisaties bestaat er dus een scheiding tussen het business- en applicatie domein enerzijds en het infrastructuur- en exploitatie domein anderzijds. Een architect moet zich bewust zijn van deze vier snijvlakken, ongeacht in welk domein hij werkzaam is. Zijn taak bestaat er nagenoeg altijd uit om voor afstemming te zorgen op tenminste één van deze snijvlakken.

4. De kracht van de eenvoud

Een architect is een vertaler, een bemiddelaar, die opereert op het snijvlak van techniek en mensen, van business en ICT, van bouw en beheer.

Op al deze snijvlakken heeft hij bovendien te maken met een groot aantal belanghebbenden, zowel binnen als van buiten de organisatie. Al deze partijen hebben hun eigen taal en hun eigen belangen, van politiek tot commercieel en alles daartussenin.

Het begint vaak bij de vraag wie ‘de business’ is. Vaak zijn de echte business stakeholders verborgen achter één of meer lagen van ICT-stakeholders zoals applicatie-ontwikkelaars of functioneel ontwerpers. Als architect is het belangrijk om dit te onderkennen, en te weten wie de daadwerkelijke business stakeholders zijn. Alleen zij kennen de daadwerkelijke ‘business requirements’. Pas als het duidelijk is wat de echte business requirements zijn, kun je een helder onderscheid maken tussen deze requirements en andere belangen zoals bijvoorbeeld ICT-belangen.

Bovendien hanteert elke groep belanghebbenden doorgaans een eigen ‘dialect’: jargon, normen en waarden en non-verbale communicatie. De architect moet de verschillende culturen, dialecten en belangen kennen om zijn werk optimaal te kunnen doen.

Het is onze ervaring dat het nuttig is om het abstractie- en detailniveau van je communicatie aan te passen aan de stakeholder. Hoe meer je op het niveau van exploitatie communiceert, hoe meer details. En hoe dichter je bij de business komt, hoe abstracter je communicatie kan zijn.



In alle gevallen gelden er drie basisregels, namelijk:

  1. Laat iedereen in zijn waarde;
  2. Stem je communicatie af op je doelgroep;
  3. Houd het zo eenvoudig mogelijk.

5. Wees open en integer

Voor een architect is het van groot belang om open te communiceren, transparantie te betrachten en daarmee duidelijkheid te verschaffen voor alle betrokkenen. Dit uiteraard binnen de grenzen van eventuele geheimhoudingsplicht.

Een architect heeft opereert binnen diverse geledingen van een organisatie en heeft daardoor bij uitstek de positie om belanghebbenden te betrekken bij veranderingen en ze daarvoor te motiveren. Dat kan alleen wanneer je daadwerkelijk openheid van zaken geeft en integriteit en authenticiteit uitstraalt.

Deze wijze van werken heeft twee bijkomende voordelen. Je bent namelijk minder vatbaar voor politieke intriges en bovendien bouw je een goede reputatie en een breed draagvlak op. En daarmee vergroot je automatisch je invloed op de organisatie.

6. Samenwerken

Uiteindelijk zijn de veranderingen die je als architect probeert te realiseren mensenwerk. En met welke taak of opdracht je ook belast bent, de kans is gering dat je die alleen kunt vervullen. Het is dan ook zaak om zorgvuldig de mensen uit te zoeken met wie je kunt samenwerken om de beste resultaten te behalen. De kwaliteit van de mensen die je om je heen verzamelt is daarbij veel belangrijker dan het aantal mensen.

Meestal werk je als architect samen met zowel opdrachtgevers als leveranciers. Idealiter zijn contracten en afgesproken procedures daarbij richtinggevend en sturend, maar niet al te beperkend en bureaucratisch. Vaste afspraken en protocollen beperken de flexibiliteit die nodig is om in de realiteit van alle dag succesvol te zijn en de gewenste veranderingen door te voeren. Soms heb je als architect invloed op leverancierselectie en contractsamenstelling. Gebruik deze invloed dan om een leverancier te kiezen en een contract na te streven waarbij samenwerking en werken in teamverband een essentiële rol spelen. Probeer bij leveranciers te werken met vaste contactpersonen.

Gebruik de mensen met wie je samenwerkt als klankbord. Bied jezelf bovendien ook aan als klankbord: vul elkaar op die manier aan, maar zonder dat op te dringen.

Wanneer je de mensen om je heen daadwerkelijk kent, kan je gemakkelijker met ze communiceren en samenwerken. Probeer bij voorkeur op dezelfde plek te werken en vermijd waar mogelijk conference calls of andere niet-persoonlijke communicatie. Want bij echte afspraken, waar je elkaar kunt zien, schep je eerder een band, voel je elkaar beter aan en communiceer je uiteindelijk efficiënter.

Respecteer je collega’s en laat niet na je waardering te laten blijken wanneer dat verdiend is. Een compliment is gemakkelijk te geven, en levert enorm veel goodwill op.

7. Wees Flexibel

Een veelgehoorde klacht over architecten is dat zij zich autoritair opstellen. Dat ze zich boven anderen verheven voelen en vanuit hun ‘ivoren toren’ starre richtlijnen uitvaardigen waaraan de rest van de organisatie zich dient te houden.

In werkelijkheid ben je je als architect juist bewust van de praktische haalbaarheid van architectuur-richtlijnen. Je weet er dus ook flexibel mee om te gaan. Al was het alleen maar om het stigma van de ‘ivoren-toren-architect’ te ontlopen. Want een dergelijke reputatie is dodelijk voor de effectiviteit van de architect in een organisatie.

Architectuur, en de bijkomende richtlijnen, zijn nooit een doel op zich. Architectuur dient altijd hogere doelstellingen, meestal bedrijfsdoelstellingen. Het moet daarom altijd mogelijk zijn van de richtlijnen af te wijken, als daarmee de bedrijfsdoelstellingen beter gediend zijn. Wees je bewust van deze verantwoordelijkheid. Een architect die vasthoud aan architectuur om reden van de architectuur zelf is een bureaucraat in wording!

Wees dus faciliterend, niet manipulerend. Wees praktisch, niet star.

8. Begin klein, wees realistisch

Als architect heb je vaak te maken met complexiteit, bureaucratie en traagheid. Dit maakt je taak, het reduceren van complexiteit en het werken onder architectuur,  vaak enorm groot. Je ondervindt altijd weerstand als je probeert bepaalde zaken te veranderen. Sommige van die veranderingen zijn feitelijk cultuuromslagen voor de organisatie. En cultuuromslagen vergen tijd… en kleine stapjes. “Een olifant eet je in kleine hapjes op”, luidt het spreekwoord niet voor niets. Probeer daarom niet teveel veranderingen tegelijk te realiseren. Creëer draagvlak door behaalde successen te vieren, hoe klein ook. Zorg voor positieve ruchtbaarheid. Dit soort ‘exposure’ creëert draagvlak en zorgt voor navolging. Bovendien zullen de volgende veranderingen steeds gemakkelijker te realiseren zijn. Je maakt je taak daarmee zowel voor jezelf als voor je opdrachtgever eenvoudiger, en dat is precies wat we willen.

Conclusie

Als je de literatuur rond ICT-architectuur-frameworks bestudeert, zie je vier aspecten telkens terugkeren: business requirements vormen het uitgangspunt, het framework is een middel en nooit een doel, hetzelfde framework moet door alle betrokkenen op eenzelfde wijze worden gebruikt, en een framework hoeft niet per se direct en volledig te worden ingevuld.

Ondanks dat de verschillende aspecten duidelijk en veelvuldig zijn beschreven, zien we dat de toepassing van architectuur-frameworks in grote organisaties slechts beperkt succesvol is. Het lijkt erop of de manier waarop de architect te werk gaat van essentieel belang is voor een succesvolle toepassing van architectuur in de organisatie. In dit artikel belichten we acht richtlijnen die van doorslaggevende betekenis kunnen zijn in het succes van architectuur: de context waarin je je werk doet is van wezenlijk belang, wees je bewust van het draagvlak in de organisatie, onderken de domeinen en de snijvlakken in de organisatie, communiceer zo eenvoudig mogelijk en stem je communicatie af op de doelgroep, wees open en integer, werk samen, wees flexibel, en ten slotte: wees realistisch en begin klein.

De architect die deze richtlijnen in acht neemt vergroot zijn invloed en zijn geloofwaardigheid, met als resultaat dat hij met dezelfde inspanningen meer waarde aan de organisatie kan toevoegen. Het proberen waard!

Saturday 10 September 2011

Tech Ontwikkelingen waarop ik zit te wachten


Update 10-11-2011:
  1. Betere ondersteuning van een tweede monitor bij fullscreen applicaties in Mac OS 10.7 (Lion)
  2. Fixen van de Mail en Calendar applicaties in Lion. Vooral de Calendar applicatie is veel te spartaans geworden.
  3. Google Profiles ondersteuning voor Google Apps.
  4. Uitkomen van IOS 5.Uitkomen van IOS 5.0.1.
  5. Chrome versie die de full screen modus van Lion ondersteunt. 
  6. Tweetdeck versie die horizondaal scrollen ondersteunt.
  7. Facebook applicatie voor de iPad.
  8. Google+ applicatie voor de iPad.

Sunday 12 June 2011

Dutch Expressions Literally Translated Into English

Do there your advantage with!




Hij komt niet goed uit de verf.


He does not come well out of the paint.


Daar komt de aap uit de mouw.


There comes the monkey out of the sleeve.


Dat had je goed in de gaten.


You had that good in the holes.


Onnozele hals.


Silly neck.


Aan iemands lippen hangen.


To hang on someone’s lips.


Als puntje bij paaltje komt.


When the little point comes to the little pole.


Hij heeft daar geen kaas van gegeten.


He did not eat any cheese of it.


Staak in de grond.


Stake in the ground.


Op z’n Jan boerenfluitjes.


On his John farmer’s little whistle.


Heldere kut koffer.


Clear cut case.


Het komt niet van de grond.


It does not come from the ground.


Hij drukt het door.


He is pressing it through.


Het gras voor iemands voeten wegmaaien.


Mowing the grass away for someone’s feet.


Door de bomen het bos niet meer zien.


Not seeing the forest through the trees anymore.


Hoe zit dat nu?


How sits that now?


Iemand voor je karretje spannen.


To span someone for your little kart.


Trekken die machines dat?


Do those machines pull that?


Teveel hooi op je vork nemen.


To take too much hay on your fork.


Tussen de wal en het schip raken.


To fall between the wall and the ship.


Kort door de bocht.


Short through the corner.


Iemand op het verkeerde been zetten.


To put someone on the wrong leg.


Eén pot nat.


One pot wet.


Een wassen neus.


A wax nose.


Er een puntje aan zuigen.


Suck a point to it.


Je kunt fluiten tot de koeien thuis komen.


You can whistle till the cows come home.


Met de gebakken peren zitten.


Sit with the baked pears.


Zijn draai vinden.


Find his turn.


Zich sterk maken voor iets.


Make yourself strong for something.


Een koekje van eigen deeg.


A biscuit of your own dough.


Er geen chocola van kunnen maken.


Not being able to make chocolate out of it.


Beren op de weg zien.


See bears on the road.


Huis, tuin en keuken.


House, garden and kitchen.


Uit zijn neus eten.


Eating out of his nose.


Voor spek en bonen meedoen.


Doing with for bacon and beans.


Met een natte vinger.


With a wet finger.


Je kijkt niet verder dan je neus lang is.


You don’t look further than your nose long is.


Twee handen op één buik.


Two hands on one belly.


Goed gereedschap hangt onder een afdakje.


Good tools hang under a small roof.


Ouwe jongens krentenbrood.


Old boys, raisinbread.


Alle gekheid op een stokje.


All crazyness on a little stick.


In de aap gelogeerd.


Stayed in the monkey.


In het ootje nemen.


To take in the little o.


Dat slaat als een lul op een drumstel.


That beats like a dick on a drumkit.


Dat slaat als een tang op een varken.


That beats like pliars on a pig.


Kut met peren.


Vagina with pears.


Jij trekt volle stadions.


You pull full stadiums.


Naast de pot piesen.


Pee outside of the pot.


Boontje komt om zijn loontje.


Little pea comes for it's little wages.


Zijn snor drukken.


To press one's moustache.


Het kaf van het koren scheiden.


Separating the chaff from the corn.


Lood om oud ijzer.


Lead around old iron.


Teveel hooi op zijn vork nemen.


To take too much hay on his fork.


Dat zit wel snor.


That sits moustache.


Van de pot gerukt.


To be wanked off of the pot.


De draad kwijt zijn.


To have lost the thread.

Monday 25 May 2009

ICT-infrastructuren te complex


Bedrijven en instellingen ondernemen grote, kleine, complexe en minder complexe ict-projecten om (een deel van) hun bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Bij de uitvoering van dergelijke projecten wordt traditioneel vaak een sequentieel pad afgelegd dat loopt van business requirements naar applicatieontwikkeling (of selectie) naar infrastructuur (hosting) tot aan exploitatie. Tijdens de start van zo’n project wordt dan nauwelijks rekening gehouden met de bestaande infrastructuur en met exploitatiestandaards hetgeen kan leiden tot vertragingen of zelfs het mislukken van projecten. Een veelgehanteerde misvatting daarbij is dat de bedrijfsinfrastructuur net zo simpel is als de pc thuis. Vrijwel altijd leidt een dergelijke aanpak tot te hoge exploitatiekosten.

De ict-infrastructuur van organisaties is zelden zo simpel als deze zou kunnen zijn. Enkele oorzaken hiervoor zijn:
- componenten uit het verleden die nog altijd in gebruik zijn;
- gebrek aan standaardisatie;
- onderlinge afhankelijkheid van componenten;
- het niet afstemmen van applicaties op de infrastructuur.

Momenteel wordt binnen veel organisaties virtualisatie en cloud-technologie geïntroduceerd. Voor veruit de meeste organisaties zal deze nieuwe, veelbelovende technologie echter een plek krijgen naast bestaande technologieën. In de praktijk leidt dit tot hybride ict-infrastructuren waarin zowel centrale serveroplossingen, decentrale oplossingen, outsourcing en nu dan ook virtualisatie en clouds zullen voorkomen.

Een dergelijke infrastructuur is per definitie complex en inefficiënt. De mapping van bedrijfsapplicaties (en -processen) op een dergelijke infrastructuur is niet altijd duidelijk waardoor instabiliteit, onbeschikbaarheid en performance-problemen op de loer liggen.

Een veel gemaakte fout die een ict-infrastructuur nog complexer maakt, is het oplossen van onvolkomenheden in applicaties met (extra) infrastructuur. Ook tight couplings (point-to-point) tussen heterogene componenten leiden tot meer complexiteit en uiteindelijk tot een moeilijk beheerbaar ict-landschap. De effort die exploitatieafdelingen moeten leveren om dergelijke infrastructuren in de lucht te houden is al enorm, laat staan de effort die nodig is om op nog enigszins voorspelbare manier aan change management te doen.

Het is echter wel degelijk mogelijk om de ict-infrastructuur simpel te maken en te houden. Het vergt echter inspanning en een (eenmalige) investering om zover te komen en het vergt daarnaast discipline om dit zo te houden. Uiteindelijk zal dit leiden tot significant lagere exploitatiekosten en paradoxaal genoeg ook tot grotere flexibiliteit doordat wijzigingen weer voorspelbaar worden.

Een belangrijk uitgangspunt is het selecteren van een uitgebalanceerde set van applicatieve en infrastructurele standaards welke nauw op elkaar zijn afgestemd. Uiteraard zullen bestaande bedrijfsapplicaties zoveel mogelijk binnen deze standaards moeten passen. Uiteindelijk is het zaak zoveel mogelijk van de applicaties op standaard infrastructuur te kunnen hosten. Het volledig migreren en afbouwen van oude applicaties (of applicaties die niet binnen de standaards passen) en bijbehorende infrastructuur is een absolute must. Vooral deze fase wordt in grote organisaties vaak niet goed uitgevoerd, oude systemen worden zelden volledig afgebouwd.

Vervolgens is het belangrijk aan de standaards vast te houden. Uitzonderingen zullen altijd bestaan, zolang het duidelijk is dat ze leiden tot complexiteit en duurder zijn. Dit komt onder andere door gebrek aan kennis in de organisatie, lagere kortingen en mogelijk noodzakelijke inhuur van externe specialisten.

Eén van de belangrijkste voorwaarden om de infrastructuur simpel te houden is het continu blijven afstemmen van applicaties, infrastructuur en exploitatie op elkaar en op de business requirements. Succesvolle ict-oplossingen zijn nagenoeg altijd nauw op elkaar afgestemde composities van al deze elementen.

Monday 3 March 2008

Vista goedkoper, maar nog steeds veel duurder dan Leopard

Microsoft heeft afgelopen week bekend gemaakt dat ze de adviesprijzen van Windows Vista wereldwijd drastisch verlaagt. In Nederland betekent dit dat Vista Ultimate, de meest complete versie die ik als nerd uiteindelijk toch wil hebben, van € 549 naar € 309 wordt afgeprijsd. De drie andere versies van Vista zijn ook allemaal goedkoper geworden.

Nee hoor, dit is niet wat u denkt. Microsoft is heus niet in paniek vanwege de opmars van Mac OS X (en Linux) op de desktop. De verkoop van Vista valt ook echt niet tegen. De prijsverlaging is ook heus niet wereldschokkend ('slechts' 44% voor Ultimate).

Misschien dat Microsoft zich eindelijk begint te realiseren dat software redelijk geprijsd moet zijn. € 549 voor een operating system is simpelweg belachelijk. Laten we dan nog maar zwijgen over de prijzen van Microsoft Office. Het is niet zo heel verwonderlijk dat menigeen overstapt op betaalbare alternatieven, of gebruik maakt van illegale versies. De miljoenen die Microsoft besteed aan ingewikkelde activeringstechnieken en het bestrijden van software piracy, kan ze beter besteden aan het betaalbaar maken van haar software... Ik ben ervan overtuigd dat veel minder mensen een illegale versie van Windows zouden gebruiken wanneer de prijs ervan redelijk zou zijn.

Ik ben een Apple fan. Ik vergelijk Microsoft's OS dus even met het nieuwste OS van Apple, Leopard (dat overigens ook de nodige kinderziektes kende, jawel ik kan ook best kritisch zijn naar Apple). Leopard kost € 129. U leest het goed, € 129. Er is ook maar één versie van Leopard. Lekker overzichtelijk. En het wordt nog beter. U kunt, voor uw familie, voor € 199 een 5-pack aanschaffen van Leopard. € 199 voor 5 licenties van een OS dat in alle opzichten superieur is aan welke versie van Windows dan ook. Zelfs de meest eenvoudige versie van Vista (waarin allerlei leuke goodies ontbreken) kost na de afgekondigde prijsverlaging nog altijd € 189, voor één enkele licentie.

OK, ik weet het, het gaat om adviesprijzen en prijzen voor het 'los' aanschaffen van Vista De soep wordt niet zo heet gegeten als 'ie wordt opgediend want de meeste mensen kopen Vista als OEM-versie tegelijk met hun nieuwe PC. De prijzen liggen in dat geval, of in het geval van losse upgrades een stuk lager. Maar een upgrade van Windows Vista kost na de prijsverlaging nog altijd € 289.

Ik kan iedereen maar één ding aanraden: schakel over op Leopard. De hardware van Apple mag dan een stukje prijziger zijn dan een gemiddelde Windows PC. Je krijgt er vervolgens wel een veel goedkoper, beter en stabieler operating system bij. Een een PC die het 'gewoon doet'.

By the way: Apple levert ook een alleraardigst 'Office' pakket: iWork. Kosten: € 79. Het family-pack is ook hiervan weer beschikbaar: € 89. Voor dat geld doe ik geen moeite meer om een illegale versie te pakken te krijgen. Vandaar waarschijnlijk dat Apple software ook geen ingewikkelde activeringsprocedure kent.

Monday 14 January 2008

iPhone

Vandaag heb ik 'm eindelijk werkend in handen gehad: een echte iPhone. Ik kan maar één ding zeggen: wat een supergeil apparaat. Ik wil er ook één!

Een collega heeft er één gekocht in Pakistan voor het luttele bedrag van € 400. Dat is toch echt een stuk voordeliger dan hier. Ik heb me, als Apple-fan èn gadget-freak, uiteraard even verdiept in de mogelijkheden voor een Hollander als ik om aan een iPhone te geraken en er zijn ruwweg twee mogelijkheden:
  1. Men kope een buitenlandse iPhone (bijvoorbeeld via Marktplaats) om (volgens Apple illegaal) te hacken.
  2. Men kope een unlocked iPhone in Frankrijk.
Optie 1: Hacken
De laatste versies van de iPhone bevatten een nieuwe 'bootloader' welke softwarematig (nog) niet te kraken blijkt. Dus tenzij je een iPhone kunt krijgen met een oudere bootloader (versie 4.x is te nieuw), moet je naast de iPhone zelf een apparaatje kopen dat je om je SIM-kaart heendoet en waardoor de iPhone 'denkt' dat 'ie met een AT&T SIM-kaart werkt (bijvoorbeeld TurboSIM, StealthSIM). Let wel: niet alle SIM kaarten schijnen te werken met deze apparaatjes, en het al dan niet functioneren is ook afhankelijk van de versie van je iPhone firmware.

Prijzen:
  • iPhone: Prijzen beneden de € 400 zijn geheid scams. Je betaalt op Marktplaats momenteel ongeveer € 450 - € 550 voor een nieuwe iPhone.
  • SIM-apparaatje: ongeveer € 100 - € 150.
Sommige mensen/bedrijfjes bieden een combinatie van beide produkten aan.

Nadat je de spullen in huis hebt, moet je in twee stappen je iPhone hacken. Ten eerste moet je de iPhone 'jailbreaken' wat zoveel wil zeggen als dat je de iPhone geschikt maakt om er zelf software op de plaatsen. Dit is nog niet het kraken van de SIMlock. Dat is namelijk de tweede stap. Deze is echter niet mogelijk met een nieuwe bootloader, dus enter SIM-apparaatje. De jailbreak is zowieso noodzakelijk om de iPhone goed werkend te krijgen in Nederland omdat additionele software nodig is (iWorld) om Nederlandse nummers te herkennen, te kunnen SMS-en en gebeld te kunnen worden. Op het internet zijn plenty handleidingen te vinden om beide stappen uit te voeren.

Optie 2: Frankrijk
Frankrijk is momenteel het enige land waar de iPhone SIMlock vrij te krijgen is. In Duitsland is dat tijdelijk ook even het geval geweest (tegen een veel hogere prijs overigens), maar dat is weer voorbij. Frankrijk is dus tot dusver de enige manier om legaal een volledig werkende iPhone in handen te krijgen in Nederland.

Prijs: € 649 voor een iPhone zonder abonnement + € 100 voor het unlocken.

De procedure is enigzins omslachtig omdat de unlock door Apple via de activering van de iPhone via iTunes uitgevoerd wordt. Het kopen van de unlock optie houdt derhalve niets meer in dan dat de medewerker van de Orange shop het IMEI nummer van je iPhone doorgeeft aan Apple zodat dit nummer in de centrale database van Apple terechtkomt. E.e.a. kan zomaar enkele weken duren (afgaand op berichten uit diverse fora op internet). Vervolgens moet je nog steeds de iPhone jailbreaken om de additionele software te installeren. Door een bug in de huidige firmware is het namelijk nog niet mogelijk gebeld te worden en te SMS-en zonder de eerder genoemde iWorld software.

Conclusie
Ik wacht toch nog maar even. Apple maakt het ons wel erg moeilijk een iPhone aan te schaffen. Daarnaast vind ik persoonlijk de 8GB geheugen nogal krap voor een iPod. En ik wil mijn huidige Windows Mobile telefoon liefst volledig vervangen, d.w.z. inclusief TomTom navigatie. Wellicht dat Steve vandaag bekend maakt dat dit spoedig mogelijk wordt met het introduceren van een iPhone SDK. Maar dan nog... minimaal € 550 en maximaal € 750 voor een nieuwe telefoon/PDA/navigatie is wel erg veel. Ik heb dus ook nog altijd als alternatief de nieuwe HTC Touch Cruise in de peiling...

Update 18-1-2008
Met de firmware update naar 1.1.3 is hacken voorlopig even helemaal onmogelijk geworden(ook met SIM extenders). Een upgrade naar 1.1.3. disabled beide hacks (zowel de SIM unlock als de jailbreak). Dus heb je een werkende gehackte iPhone, NIET UPGRADEN naar 1.1.3!

Franse officieel unlockte iPhones kunnen wel veilig upgraden naar 1.1.3. Een eventuele jailbreak is daarna wel ongedaan gemaakt en zelf geïnstalleerde software werkt dan ook niet langer.

Thursday 10 January 2008

Macht corrumpeert

Getipt door een collega, heb ik onlangs het boek "Het zijn net mensen" gelezen, geschreven door Joris Luyendijk. Luyendijk is Midden-Oosten correspondent geweest en heeft in die hoedanigheid diverse Arabische landen èn Israël van dichtbij meegemaakt. Hij schrijft in zijn boek onder andere over de Arabische wereld en de dictatoriale regimes aldaar, over de tweede Palestijnse intifadah en over de Amerikaanse inval in Irak, maar toch vooral over de rol van de media in al deze zaken.

Luyendijk beschrijft dat, doordat er geen vrijheid van meningsuiting bestaat in nagenoeg alle Arabische landen, het vrijwel onmogelijk is om een realistisch beeld te geven van deze landen, de mensen die er wonen en de zaken die daar werkelijk leven. De ons voorgeschotelde 'nieuwsfeiten' uit de Arabische landen zijn daardoor geregisseerde, vervormde en/of selectieve gebeurtenissen. Hij vergelijkt de situatie in deze landen als die in bezet Nederland in de tweede wereldoorlog. Mensen kunnen niet vrij voor hun mening uitkomen; alles wordt door de 'overheid' bepaald; wie niet zeer nadrukkelijk vóór het regime is, is er ‘dus’ tegen en kan zonder enige vorm van proces opgepakt worden. Een bijkomend verschijnsel in dergelijke regimes is torenhoge corruptie.

In zijn boek beschrijft Luyendijk een vrij stabiele machtssituatie in deze landen welke in het voordeel is van de machthebbers aldaar maar ook van de westerse mogendheden, de Verenigde Staten voorop. Eén dictator is namelijk veel gemakkelijker te controleren en manipuleren dan een democratisch gekozen regering die afhankelijk is van de steun van het volk. Het ‘westen’ drukte zowel in het verleden (in de koloniale tijd) als nu een behoorlijke stempel op de machtsverdeling en het beleid in de Arabische landen. Het is bijvoorbeeld algemeen bekend dat Osama Bin Laden – jaren voordat hij als terrorist werd gebrandmerkt – door de CIA werd gesteund in zijn strijd tegen de Sovjet bezetting van Afghanistan. Het feit dat er volop olie te vinden is in de regio speelt bij alle westerse inmenging natuurlijk ook een belangrijke rol.

De pijnlijke conclusie die ik trek na het lezen van dit boek (en die ik eigenlijk al jaren eerder trok) is dat macht, in welke hoedanigheid, in welk land en in welk systeem dan ook corruptie en misbruik aantrekt. In dictatoriale regimes wordt macht misbruikt om de massa monddood te maken en alle rijkdom bij de kleine groep machthebbers te houden. In democratische regimes wordt macht misbruikt om andere landen economisch uit te buiten, vaak in samenwerking met de dictatoriale regimes in die landen. Het electoraat wordt hierover selectief geïnformeerd, met behulp van de westerse media. De angst voor de Arabische en islamitische terreur is hierbij een uitstekend rookgordijn om de huidige situatie in stand te houden. De ‘war against terror’ wordt zelfs door het westen misbruikt om openlijk in te grijpen middels oorlogvoering en marionettenregeringen. Luyendijk schetst echter een ander beeld. Arabische en islamitische terroristen hebben helemaal niet de bedoeling om de westerse wereld te vernietigen, maar willen de scheve verdeling van macht en rijkdommen in de Arabische wereld zelf rechtzetten, zonder inmenging van het westen. ‘Rot op, laat ons zelf onze boontjes doppen’ lijken ze te zeggen. Maar ja, die olie hè. Die geven we natuurlijk niet zo gemakkelijk op.

De gewone mensen zijn altijd de dupe. En deze gewone mensen in de Arabische wereld lijken, zoals Joris Luyendijk illustreert in zijn boek, verdacht veel op gewone mensen in de westerse wereld. Met humor, pijn, verdriet en emotie. Maar dat krijgen wij hier in het westen zelden te zien. De afschuwelijke kant van de Amerikaanse inval in Irak, alle burgerslachtoffers en ellende, die heb ik nauwelijks gezien. Ik zag enkel de Amerikaanse succesverhalen over de ‘schone’ oorlog, een contradictio in terminis. De uitzichtloze situatie van Palestijnen in de door Israël bezette gebieden, goedgepraat uit hoofde van ‘veiligheid’ want onder het mom van angst kunnen westerse machthebbers zich veel veroorloven. In het geval van Israël zowel naar het electoraat als naar de internationale gemeenschap. De media helpt daarbij een handje door een selectief beeld te geven. Het feit dat in de Arabische cultuur niet zo gemakkelijk publiekelijk pijn of zwakte wordt getoond, helpt natuurlijk ook niet.

Niet is wat het lijkt op televisie. Zoveel is mij wel duidelijk. En wat mij nu opvalt is dat grote organisaties in veel opzichten werken zoals dictaturen. Dus ook bij managers en directeuren geldt: misbruik loert om de hoek. Eigen belangen worden gekozen vòòr gezamelijke belangen. Bevriende relaties worden opdrachten toegespeeld. Opkomende talenten die een mogelijke bedreiging zijn worden slecht beoordeeld of weggepromoveerd. Gewone mensen, de medewerkers in dit geval, zijn wederom de dupe.

Heb ik dan een treurige kijk op ‘de mens’. Neen. Gewone mensen, zo is mijn ervaring, komen er bijna altijd wel uit met elkaar. Ik heb echter wel degelijk een treurige kijk op macht en machthebbers. Macht is waarschijnlijk de sterktste drug ter wereld. Het maakt rijk en geeft aanzien. Maar ik pas ervoor.